Informeren, versterken, verbinden

Er zijn onlangs twee onderzoeken gepubliceerd naar nieuwe behandelingen bij osteosarcoom (OS). Hoewel de resultaten geen of een beperkt effect op OS lieten zien, kan er veel worden geleerd van deze klinische onderzoeken. De resultaten kunnen helpen om toekomstig onderzoek vorm te geven en nieuwe behandelingen te vinden.  

Combinatiebehandelingen

Er is de afgelopen jaren een grote druk geweest om meerdere geneesmiddelen in dezelfde klinische proef te testen. Er wordt gedacht dat het gebruik van een combinatie van medicijnen kan leiden tot een grotere activiteit tegen kanker. EEN proces onder leiding van dr. William Tap beoordeelden de medicijnen bempegaldesleukin en nivolumab bij 9 verschillende soorten sarcoom, waaronder OS.

Hoe de medicijnen werken?  

Bempegaldesleukin is een medicijn dat het eigen immuunsysteem van het lichaam gebruikt om kankercellen te doden. Het komt het lichaam binnen in een inactieve vorm, waardoor het de tijd krijgt om de kanker te bereiken voordat het effect begint te krijgen. Eenmaal actief activeert het de IL-2-route (een deel van het immuunsysteem) die 'kankerdodende' immuuncellen activeert.

Nivolumab is een checkpoint-remmer, een ander type medicijn dat het immuunsysteem aantast. Een type immuuncel genaamd T-cellen heeft 'schakelaars' op hun oppervlak waarmee ze aan en uit kunnen worden gezet. Kanker cellen kunnen deze schakelaars activeren waardoor de T-cellen inactief worden. Nivolumab blokkeert een van deze schakelaars genaamd PD-1. Dit betekent dat kankercellen T-cellen niet kunnen uitschakelen en dat de T-cellen in plaats daarvan de kankercellen zullen doden.


10 mensen met gemetastaseerd OS namen deel aan het onderzoek. Ze kregen de twee medicijnen elke drie weken totdat hun kanker vorderde of ze ernstige bijwerkingen kregen. Geen van deze mensen reageerde op de behandeling.

Negatieve resultaten kunnen ontmoedigend aanvoelen, maar onderzoeksresultaten, ongeacht de uitkomst, helpen om onderzoek te informeren en ons dichter bij het vinden van nieuwe behandelingen voor OS te brengen.

Wat kunnen we leren van deze proef? Ten eerste kunnen we deze combinatie van medicijnen om OS te behandelen uitsluiten. Als deze resultaten niet waren gepubliceerd, hebben andere onderzoekers misschien geprobeerd ze te testen in OS-vertragend onderzoek. Nu deze resultaten bekend zijn, kunnen onderzoekers hun aandacht richten op verschillende medicijnen.

Ten tweede, hoewel de medicijnen niet effectief waren bij gemetastaseerde OS, vertoonden ze enkele voordelen voor mensen met een type sarcoom dat angiosarcoom wordt genoemd. De onderzoekers suggereren dat er meer proeven moeten worden gedaan op dit sarcoomtype. Dit benadrukt het belang van het testen van meerdere verschillende soorten kanker in onderzoeken in de vroege fase. Het opzetten van één klinische proef is een langdurig proces, laat staan ​​meerdere proeven. Daarom versnelt het opnemen van meerdere kankers in één proef het proces van het testen van nieuwe medicijnen.  

Ten slotte kunnen klinische onderzoeken licht werpen op waarom kankers reageren op bepaalde behandelingen. Uit deze studie bleek dat mensen met grote hoeveelheden van een marker genaamd PD-1 en hoge niveaus van immuuncellen, CD8 + T-cellen genaamd, een betere reactie op de behandeling hadden.

Dit brengt ons ertoe te vragen of er markers of paden in OS zijn die door medicijnen kunnen worden aangevallen?

Targeting op GD2

Een recente papier gepubliceerd door de Children's Oncology Group vatte een klinische proef samen met een medicijn dat gericht was op een marker op cellen genaamd GD2. GD2 komt niet vaak voor op normale cellen, maar is vaak aanwezig op kankercellen, waaronder OS-cellen. 39 mensen met OS-recidief in de longen werden gerekruteerd. Elke patiënt kreeg dinutuximab, een medicijn dat zich richt op GD2 en een medicijn dat het immuunsysteem stimuleert, GM-CSF genaamd.

Hoe de medicijnen werken

Dinutuximab is een medicijn dat een monoklonaal antilichaam (MAB) wordt genoemd. Antilichamen maken deel uit van het immuunsysteem en worden van nature in het lichaam aangetroffen. Ze herkennen markers op het oppervlak van vreemde cellen en binden eraan. MAB's werken op een vergelijkbare manier als natuurlijk voorkomende antilichamen, maar ze hebben een meer gerichte aanpak. Onderzoekers kunnen markers op kankercellen identificeren, in dit geval GD2, en MAB's aanpassen om ze te richten en te doden.

GM-CSF (granulocyt-macrofaag koloniestimulerende factor) versterkt het immuunsysteem. Het wordt vaak gebruikt om het risico op infectie tijdens de behandeling van kanker te verminderen. Het activeert ook het immuunsysteem dat kan helpen kankercellen te doden.


Na 12 maanden hadden 11 van de 39 mensen die deelnamen aan het onderzoek geen progressie van OS. Om te bepalen of een medicijn effectief is, moet een bepaald aantal mensen op het medicijn reageren. Als aan deze drempel niet wordt voldaan, kan enig voordeel op toeval berusten. In deze proef werd de drempel niet gehaald, dus verdere proeven werden niet aanbevolen. Deze proef laat echter zien dat GD2 een potentieel doelwit is en dat het de moeite waard kan zijn om andere geneesmiddelen of combinaties van geneesmiddelen die gericht zijn op GD2 te onderzoeken.

Al met al zijn deze twee onderzoeken voorbeelden van wat we kunnen leren van klinische onderzoeken en de waarde van zowel negatieve als positieve resultaten. Elke proef geeft meer informatie om OS beter te begrijpen en uiteindelijk nieuwe behandelingen te vinden.

Bezoek onze Toolkit voor klinische proeven om meer te weten te komen over klinische proeven.